vrijdag 27 januari 2012

Vandaag


Zoals je bij een kind de eerste woordjes verwelkomt,
maar dan andersom.
Zo was het ongeveer,
nadat ik vanmiddag mijn broer hoorde zeggen:
"Woensdag is tante Anna jarig.
En dan brengt Carin jou daarheen"
waarop mijn vader zei: "Wie is Carin ook alweer?"

Toen zei ik iets te laat: "Dat ben ik."

Ik denk dat hij en mijn broer
net zo waren geschrokken als ik.
Maar ik weet alleen wat ikzelf dacht:
Nu is het echt begonnen.



donderdag 26 januari 2012

Brandhout




Na het middageten zei mijn vader: Ik stap nog even op de fiets naar Haren. Het begon te regenen toen hij me uitliet. Vanuit het open raam van mijn auto zei ik: Zal ik je even brengen? Ja, dat wou hij eigenlijk wel. Het werd een middag zonder plan, en ik ontdekte weer dat hij dat net zo leuk vindt als ik. Eerst naar de apotheek (want M. was toch niet thuis) Toen naar Eelde om hout voor m'n kachel te halen (er schijnt een koufront aan te komen)En ach, nu waren we zo dichtbij Ans, die slecht ter been is, en blij met bezoek. En stokdoof. We dronken een kopje koffie bij haar.
Geen verzuchting gehoord. Het ging vandaag goed.

Huisje getekend






Dit is in het Typografengasthuis, het hofje waar ik eind jaren 80 woonde. Mijn vader maakte een tekening ervan in de tijd dat hij het tekenen en schilderen nog niet zo lang aan het verkennen was. Iedereen was verbaasd wat er allemaal uit zijn handen kwam. Mijn moeder was trots, en keek vaak toe als hij zat te schilderen. Dan gaf ze opbouwend commentaar. "Hier moet nog wat bij, anders is het zo kaal" en hij was niet te beroerd om dat zo uit te voeren. 

Het mooist vond zij dit schilderij (hangt achter glas, bij hem in de woonkamer, ik maakte laatst deze foto)

Schiftpot bij het Aduarderdiep

zondag 15 januari 2012

Fiets


De laatste weken is mijn vader moe. Hij loopt moe, en praat moe. Alles is moe. Zijn fiets staat in de garage, waar ook de auto staat waarin hij niet meer mag rijden. Als de zon schijnt zegt hij vol goede moed: ik denk dat ik vanmiddag nog even naar Haren fiets. Zijn vriendin woont daar. Hij mist haar, ze kan niet elke dag bij hem komen. Maar zijn fiets is zo zwaar, zegt hij.
Koop maar een andere fiets voor hem, zei ik tegen mijn broer. Gewoon een fijne lichte fiets, en daarmee kom je dan aanrijden. Niet zeggen dat het geld kost, anders wil ie niet. Net als die thuishulp, waar hij zo vreselijk tegenop zag. Hoe vaak komt ze dan? Eén keer per week? Dit gesprekje hadden we een keer of 10, 20. Toen ik zei dat ze niet betaald hoefde klaarde hij helemaal op. Voor dat moment.